Ons immuunsysteem (deel 3)
Ons immuunsysteem (deel 3)
In twee eerdere bijdragen over het immuunsysteem - deel 1 en deel 2 - kon u lezen hoe in de tweede afweerlinie ieder type ziekteverwekker onschadelijk gemaakt kan worden door aangeboren afweercellen. In dit derde deel leest u alles over de derde afweerlinie.
Door: Jan Hoes
Als de ziekteverwekkers ondanks de tweede afweerlinie toch de dans ontspringen is er een derde afweerlinie met specifieke afweercellen, lymfocyten, aangemaakt in ons beenmerg. Deze worden gemobiliseerd als hun receptoren bepaalde lichaamsvreemde moleculen, antigenen, van één type ziekteverwekker waarnemen. Daardoor kan gaandeweg een specifieke immuniteit verworven worden en is een gepaste reactie bij een binnendringer mogelijk.
T- en B-lymfocyten
Lymfocyten kunnen zich in de thymus verder ontwikkelen tot T-lymfocyten. Zij verzorgen specifiek cellulaire afweer tegen ziekteverwekkers-antigenen die zich bínnen lichaamscellen bevinden. Door verdere rijping kunnen T-lymfocyten verschillende functies ontwikkelen in milt, lymfeklieren en bloedbaan, maar ook enkele binnen de tweede afweerlinie. Zo zijn er helper-T-lymfocyten, regelende, afweer remmende, celdodende en geheugen-T-lymfocyten.
Andere lymfocyten ontwikkelen zich in het beenmerg tot B-lymfocyten die een humorale afweer bieden tegen specifieke antigenen in bloed of lymfe, dus búiten cellen.
Specifieke cellulaire afweer: T-lymfocyten
Jonge helper-T-lymfocyten kunnen antigenen herkennen, aanwezig aan de buitenmembraan van door ziekteverwekkers geïnfecteerde afweercellen uit de tweede afweerlinie, die van daaruit naar lymfklieren zijn afgereisd. Daar kunnen ze zich binden aan jonge helper-T-lymfocyten. Door aangemaakte signaalstoffen als cytokines vindt dan, naast een mogelijke ontstekingsreactie, verdere rijping en activatie plaats van T- en B-lymfocyten.
Zo kunnen celdodende T-lymfocyten een boodschap krijgen van: ‘Hier is een vreemd virus, dat vernietigd moet worden’. Zij herkennen dan het antigeen op een geïnfecteerde lichaamscel en binden zich eraan. Door afgescheiden enzymen wordt de besmette cel gedood en kan het virus zich niet meer vermenigvuldigen.
Specifieke humorale afweer: B-lymfocyten
Geactiveerde B-lymfocyten worden in milt en lymfklieren tot plasmacellen als hun receptoren antigenen van ziekteverwekkers herkennen. Deze kunnen precies passende antistoffen, immunoglobulines, aanmaken tegen één type ziekteverwekker-antigeen in bloed of lymfe. Antistoffen hechten zich aan antigenen waardoor de ziekteverwekker wordt uitgeschakeld. Immunoglobuline-A is een antistof die ook in weefsels antigenen aan zich kan binden, waarna andere afweercellen uit de tweede afweerlinie de ziekteverwekker kunnen vernietigen.
Sommige B-lymfocyten kunnen geactiveerd worden tot permanente B-geheugencellen in lymfe of bloed. Bij een volgende besmetting door eenzelfde ziekteverwekker waar eerder tegen gevochten is, of waar men mee ingeënt is, kunnen zij dan samen met geheugen-T-lymfocyten het antigeen herkennen. Zo zorgen diverse geheugen-lymfocyten voor zowel een langdurige afweer tegen besmettelijke ziektes als een beschermend effect via vaccins.
Bron: Medische microbiologie van Mouton e.a..