Rozenbottelgedachten
Blog

Rozenbottelgedachten
Als ik mijmer over mijn kindertijd in Amsterdam ruik ik de geur van rozenbottels. Wij woonden in een hofje in Buitenveldert met een kleine speeltuin omringd door rozenstruiken. Lange middagen bracht ik buiten door, spelend in het hofje. In het voorjaar, als de lichtroze en witte bloemen aan de struik kwamen, barstte het er van de heersbeestjes. Zo noemde ik de kleine gestippelde kevertjes in die tijd.
Gewapend met een lucifersdoosje waarin ik gaatjes prikte, ging ik op heersbeestjesjacht. Uren was ik er zoet mee. In die tijd kon dat nog, er hoefden er geen insecten vertroeteld of gered te worden. Het ging erom de alleroudste heersbeestjes te vangen. Hoe meer stippen, hoe ouder het heersbeestje, dat was algemeen bekend. Overigens liet ik de heersbeestjes meestal weer vrij. Het was een blije tijd.
Als ik in de natuur ben, word ik wel eens overvallen door een homeopathische gedachtekronkel. Een lichte beroepsdeformatie zeg maar. Nog niet zo lang geleden toen ik die vurige knaloranje rozenbottels uit mijn kindertijd aan de struik zag zitten, schoot opeens door me heen: wat is dat eigenlijk voor een homeopathisch middel? De struik zie je overal maar van het middel wist ik niets.
Mijn rozenbottelstruik, de Rosa canina, ook wel Hondsroos genoemd, behoort tot de familie van de Rosaceae. In de homeopathie heeft die familie te maken met de geïdealiseerde, romantische liefde tussen twee partners. Het beeld van de Hondsroos is dat van mensen die onvoorwaardelijk liefhebben en daarbij alles geven, tot er niets van henzelf overblijft. Uiteindelijk raken ze uitgeput. Als hun hart gebroken wordt, vervallen ze in een soort apathische toestand. Ze voelen zich machteloos en sluiten zich af, willen niet gekwetst worden.
De rozenfamilie kan scherp zijn, maar nergens las ik dat de Hondsroos prikkelbaar reageert. Voor de zekerheid heb ik nog even gevoeld; de stekeltjes van de struik vallen inderdaad wel mee.
Lilian Peters is klassiek homeopaat en redacteur van HM